Bewegingsagoog Toin zet mensen in beweging

“Mijn werkdag is geslaagd als ik veel mensen in beweging heb kunnen zetten op een zinvolle en plezierige manier. Als ik na afloop hoor ‘dat vond ik echt fijn’, dan krijg ik energie. Bewegen is mijn passie. Een dag niet bewogen, is een dag niet geleefd, zeg ik altijd.” Toin Jongen (61), een van de drie bewegingsagogen van Silverein, hoopt door zijn enthousiasme mensen in beweging te krijgen en ze een prettige les te bieden.

“Een dag niet bewogen, is een dag niet geleefd”

Deze donderdagmiddag geeft Toin een bewegingsles aan zes cliënten met Parkinson. De muziek start en de warming-up begint. Nog een beetje voorzichtig doet iedereen mee. Zittend wandelen op de stoel, voeten ronddraaien en met de handen de grond aantikken is slechts het begin. Dan volgen de boksbewegingen, opstaan van en weer zitten op de stoel, gewichten tillen. De les wordt pittig. Toch geniet iedereen. De muziek, dan weer rustig en dan weer opzwepend, stimuleert tot bewegen. Van James Last tot Salsa alle muziekstijlen komen voorbij. Plezier spat er af De les wordt afgesloten met een dynamisch spel. Zodra Toin de rackets uitdeelt, is dat het moment voor nóg meer actie; iedereen doet fanatiek mee. De bal wordt van links naar rechts de zaal door gemept. Het plezier spat er van af.

“Mijn collega’s en ik horen vaak na de bewegingsles dat cliënten het bewegen prettig vinden: ‘Alles is weer los, heel goed!’ of ‘Fijn dat ik even uit de rolstoel mag en in een gewone stoel mag zitten.

Toin vertelt over een mevrouw met dementie. “Zij gaat op een hometrainer zitten en ik zet een leuk muziekje aan, waar ze blij van wordt. Ze gaat fietsen en terwijl ze fietst zit ze te dansen. Als ze klaar is, zegt ze ‘oh, dit was zo lekker. Ik ben weer helemaal blij.’ Terwijl ze vooraf heel somber was. Echt fantastisch. Dat is nou bewegingsagogie, dat je op zoek gaat naar de mogelijkheden die mensen nog hebben, naar hun interesse en waar ze blij van worden. Een manier waarbij je ze een zinvolle en plezierige activiteit biedt en ze tegelijkertijd conditie opbouwen. Ik ben heel blij dat ik in dit vak terecht ben gekomen.”